Op het einde van de bemiddeling is het de bedoeling dat de betrokken partijen akkoord gaan. Uiteraard is dat niet altijd het geval en kan de bemiddeling resulteren in een gedeeltelijk of zelfs geen akkoord.

Volledig akkoord

Als alle partijen het akkoord hebben ondertekend, zijn er twee mogelijkheden:

  1. De partijen stellen zich tevreden met het akkoord.
  2. Een of meerdere partijen willen het akkoord door een rechter laten homologeren.

Homologatie betekent dat de rechter akte neemt van het akkoord, waardoor het uitvoerbaar wordt en dezelfde gevolgen heeft als een vonnis. Zo zijn alle partijen verplicht de overeenkomsten te respecteren. Zoniet kan een gerechtsdeurwaarder aangeduid worden  om de nodige maatregelen te  nemen (zoals de inbeslagneming van het meubilair of het salaris,…), opdat het akkoord wordt nageleefd.

Gedeeltelijk akkoord

Er zijn twee mogelijkheden:

  1. Vrijwillige bemiddeling: het deel van het geschil dat niet via een bemiddeling kon worden geregeld, zal daarna door een rechter of via arbitrage kunnen worden beslecht.
  2. Gerechtelijke bemiddeling: de bemiddeling die de rechter voorstelt, kan betrekking hebben op het hele geschil of op een gedeelte ervan. Het akkoord bereikt na bemiddeling kan in dit geval gedeeltelijk of volledig zijn. De rechter of een arbiter zal zich dan uitspreken over de geschilpunten waarover geen overeenstemming kon worden bereikt.

Geen akkoord

Indien partijen niet tot een akkoord komen en de bemiddeling bijgevolg niet slaagt, kunnen ze een rechtszaak starten of verderzetten.

Indien de partijen twijfelen aan de onpartijdigheid van de bemiddelaar, kunnen ze in gemeenschappelijk akkoord een andere bemiddelaar aanduiden en de bemiddeling hervatten met de nieuwe bemiddelaar.